Onze verlenging is een feit. Het kon bijna niet anders, maar als iets
niet zwart op wit staat geloof ik het nooit zo. De plaatingsbrief is binnen,
dus we blijven nog tot augustus 2016 op Curacao.
Iets meer tijd dus dan het half jaar dat ik had genomen om
vrijwilligerswerk te doen, maar dat zien we dan wel weer.
Het werk in het Ronald mcDonaldhuis is erg bijzonder. Hier in ons
ziekenhuis zit het Ronald mcDonaldhuis niet naast het ziekenhuis zoals in
Nederland, maar is het gevestigd op de kinderafdeling direct naast de
ziekenzalen. Er is een family room waar ouders koffie en thee kunnen pakken,
hun spulletjes in de koelkast kunnen zetten, de magnetron kunnen gebruiken, of
gewoon even voor de tv kunnen zitten. Daar achter is een play room, waar de
zieke kindertjes van de afdeling kunnen spelen als ze daarvoor sterk genoeg
zijn. Op de gang zijn er 3 slaapkamers, waar dus in totaal 6 ouders kunnen
slapen. Vaak slaapt 1 ouder naast het kind en de andere ouder in een van onze
bedden. Natuurlijk maak je soms heftige situaties mee. Naast de kinderafdeling
bevindt zich de neonatologie en ook van deze kleine prematuurtjes
verblijven de ouders bij ons. En hoe heftig is het als er een kind met ernstige
verwondingen binnen wordt gebracht? Maar het fijne is dan om er voor de ouders
te kunnen zijn. Dat is ook onze voornaamste taak. Zorgen dat de ouders een plek
hebben om even tot rust te komen, hun verhaal kunnen doen als ze dat willen,
niet gestoord te worden als ze dat even niet willen en een plek waar ze zich
niet groot hoeven te houden.
De andere vrijwilligers die ik tot nu toe heb ontmoet doen dit werk ook
met hart en ziel en het is bijzonder om met elkaar zoiets bijzonders neer te
kunnen zetten.
Wel loop ik er door het doen van vrijwilligerswerk tegen aan dat ik nog
steeds geen Papiaments spreek. En ineens schaam ik me ook weer diep dat ik na
bijna 5 jaar nog steeds de taal niet machtig ben. En me er ook niet heel erg
druk om gemaakt heb. Maar voorheen had ik het niet zo nodig. In het Nederland
red je het prima hier op ons eiland en ik sprak zelden iemand die alleen maar
Papiaments sprak. Nu gebeurd dat regelmatig. Sinds ik uit het Nederlands-,
Duits-, Engelstalige hotelwereldje ben gestapt merk ik dat het niet overal meer
zo makkelijk gaat. Bijvoorbeeld bij het voorlezen aan de kindertjes van het
Sint Fansiscus College. Iedere donderdagochtend lees ik verhalen voor aan groep
1 en 2 van deze school. Een Papiamentstalige school, waar pas in de hogere klassen
in het Nederlands les wordt gegeven. De kleuters spreken dus alleen Papiaments.
Om ze kennis te laten maken met de Nederlandse taal hebben ze mij gevraagd
Nederlandse verhaaltjes voor te lezen. Dus ik ben daar aan begonnen maar was
wel behoorlijk zenuwachtig. Want ik zou de kinderen niet begrijpen en zij mij
niet. Hoe lees je dan een verhaal voor? De eerste keer was dan ook een groot
fiasco. Ik kreeg 2 groepen 1 tegelijk voor me met meester en juf die een boekje
voor me hadden waar ik helemaal niets mee kon. En dan heb je 28 super schattige
snoetjes die je verwachtingsvol aankijken terwijl je daar zit te stuntelen met
een boekje van 10 bij 10 centimeter. Laat ze dan maar eens allemaal het plaatje
zien. Ze waren dus ook binnen een minuut afgeleid en dat resulteerde in een
boze meester en juf en Nynke met een rood hoofd, klotsende oksels en
overslaande stem die stotterend probeert uit te leggen wat Lin en Yin in het boekje aan het
doen zijn. Goed, dat gaan we volgende keer anders doen. Van de 2 groepen 2 die
ik vervolgens voor me kreeg, had de juf ook zelf een boek meegenomen. Ik moest het
verhaal van roodkapje gaan voorlezen. Zonder plaatjes!! Ook deze kinderen
verstonden geen Nederlands, dus ook hier was de aandacht binnen een minuut ver
te zoeken. De juf sprong in en vertaalde wat ik voorlas in het Papiaments met
een hele theatershow er omheen. Dat resulteerde erin dat ik achterover ging
zitten, mijn verhaal snel voorlas en mee genoot van wat de juf vervolgens deed.
Ook niet helemaal de bedoeling. De keer daarop had ik me dus wat beter
voorbereid en ging het ook al een stuk beter. Ik koos (na advies gevraagd te
hebben aan mijn lieve zussen die wel weten wat een kleuter leuk vindt) voor
Nijntje en Dikkie Dik. Het sprak de kids wat meer aan en ze luisterden zowaar
een beetje. En nu gaat het al veel soepeler. Met een digitaal prentenboek via
de beamer kan ik veel makkelijker 28 kinderen tegelijk bereiken. En ik laat ze
zoveel mogelijk woordjes herhalen in het Nederlands en dat een keer of 3.
Hopelijk blijft er dan iets hangen. Natuurlijk vraag ik dan eerst even wat het
in het Papiaments is, zodat ik ook nog even wat meepik aan informatie.
De kinderen vonden het direct wel best. Ik kreeg een dikke
knuffel van veel meisjes, high five van vele jongens en soms hangen ze hele verhalen
op. Ik begrijp daar meestal helemaal niets van en praat dan maar gewoon wat in
het Nederlands terug.
Lastiger is het als er in het Ronald mcDonald huis een ouder is die
geen Nederlands spreekt. Dan kan je niet zomaar in het Nederlands wat terug zeggen.
Ik ben dus begonnen met zoveel mogelijk Papiaments te leren. Ik lees
kinderboekjes, probeer ze in het Nederlands te vertalen en als ik er niet uit
kom gooi ik er een zoekopdrachtje in Google tegenaan. Ook probeer ik wat ik al
wel weet wat meer in de praktijk te brengen. Dat heb ik heel lang niet gedaan,
omdat ik een aantal keren nogal uitgelachen werd toen ik probeerde wat
zinnetjes Papiaments te spreken. Dat is niet kwaad bedoeld, maar het klinkt
waarschijnlijk gewoon heel grappig. Wij worden in Nederland opgevoed met dat
het niet netjes is om te lachen als iemand iets verkeerd doet, maar dat is hier
duidelijk niet het geval. Ik moet me er dus maar gewoon overheen zetten. Nou
moet ik zeggen dat er een wereld voor me open ging toen ik in de supermarkt mijn
beltegoed en energietegoed (ja,we moeten hier zelf onze stoom opwaarderen) in
het Papiaments bestelde. ‘Mi
por hanja un chippie de beinticincu florin por favor’. Meestal mompel ik
een beetje om niet zo op te laten vallen dat ik het niet zo goed weet. Nu sprak
ik alles duidelijk uit en kreeg een stralende lach van de dame achter balie.
Die had ze niet aan zien komen. ‘I tin Pagatinu? (heeft u ook Pagatinu)’ Ik was op dreef! Vaak is 1
keer ‘Ablief’ (wat zegt u) zeggen genoeg voor de ander om in het Nederlands
over te gaan, maar deze mevrouw hield vol. En ik begreep haar! Apetrots liep ik
met de jongen van de boodschappen naar mijn auto. Nog volledig in gedachten nam
ik die arme jongen mee naar de verkeerde parkeerverdieping en dus moesten we
weer terug. Heeft hem wel een gulden extra opgeleverd. Ruimte voor hem om in de
lift een gesprekje met me aan te knopen. Hoe lang ik hier al woonde, of ik
Curacao mooi vond en allemaal in het Papiaments. Nou, dat werd even lastiger.
Handen en voeten werk, wat talen door elkaar gooien, maar hij begreep me. En nu
wil ik dus meer, sneller, beter. Was ik hier 4 jaar geleden maar aan begonnen……
Hé Nynke en Martijn,
BeantwoordenVerwijderenMooi stukje! Ben onder de indruk van je Papiaments, jammer dat je geen video boodschap kunt plaatsen, wil best een stukje van je voorleeswerk horen ;-) Liefs Herrie
Mooi verhaal liefie, trots op je!
BeantwoordenVerwijderenBerichtje was van mij,
BeantwoordenVerwijderenMarianne
Mooi werk doe(n) jij/jullie daar Nijn! Ga maar lekker wat vaker bloggen, I like!! Dikke zoen
BeantwoordenVerwijderenRespect voor je inzet en het alsnog leren van Papiamento , waar je veel profijt van zal hebben. Dikke kus van ons X
BeantwoordenVerwijderenLeuk om te lezen weer! En fijn dat er nu echt duidelijkheid is!
BeantwoordenVerwijderenLiefs Petra