Een paar maanden gelden gaf ik me op voor ‘Help Haiti, don’t forget’,
een initiatief dat vorig jaar voor het eerst van start ging met mensen van
Aruba en Curacao om medische hulp te gaan bieden op Haiti. Vanaf de eerste
minuut dat dit mij ter oren kwam wilde ik mee. Helaas viel het team tot 2 keer
toe volledig uit elkaar en konden we niet terecht bij de organisatie waar de
groep vorig jaar heen geweest was. Na veel over en weer mailen was er een groep
bij elkaar van 8 vrijwilligers (later aangevuld tot 11) en hadden we een nieuwe
organisatie gevonden, namelijk ‘Mission of hope’.
30-05-15
Vandaag is het dan zover. We vertrekken naar Haiti. Via Insel Air mogen we 3 dozen medicijnen gratis vervoeren,
dus alles wat we verzameld hebben kan mee.
Eenmaal door de douane ontmoeten we de rest van het team, 8 mensen van
Aruba. We hebben een tussenstop op Sint Maarten, dus in totaal duurt onze
reis 4 uur. In het vliegtuig zit ik te lezen in het boek ‘7.0 Hoe ik Haiti
overleefde’ dat ik van de schrijver Jean Mentens heb gekregen voor vertrek. Een stewardess ziet dit en vraagt of het een goed boek is. Ze is geïnteresseerd in
Haiti, maar ze legt uit dat het nog te vroeg is voor haar. Ze is haar vader
verloren die toevallig in Haiti was voor zaken toen de aardbeving plaats vond.
We naderen Haiti. Uit de lucht kunnen we al goed zien hoeveel
sloppenwijken er nog zijn. Golfplaten hutjes, tentdoeken, dicht op elkaar. Op
het vliegveld chaos al om en overal mannetjes die je tas willen dragen, karretje
willen duwen en dan om geld vragen. Eenmaal buiten merken we hoe
verschrikkelijk warm het hier is. We zijn wel wat gewend op Curacao, maar hier
lijkt de temperatuur nog hoger te zijn. In een oude gele schoolbus zetten we
onze reis voort. Onderweg zijn we allemaal stil. Het is indrukwekkend om te
zien hoe het er aan toe gaat in dit land. Overal mensen op straat. Ze proberen
wat te verkopen langs de weg. Verder veel hutjes, onafgebouwde huizen, vrouwen
die zichzelf en hun kinderen baden in de afwatering langs de weg en vlak
daarnaast wast iemand zijn kleren in hetzelfde water. Overal straalt de armoede
van af. Op iedere straathoek verwachte ik een ander soort wijk, maar die komt niet. Na bijna een uur rijden komen we bij onze campus. De noord campus van
Mission of hope. Het terrein is omheind met hekken en
bij de ingang staat een man met een grote shotgun. We stoppen voor een paar
huisjes en er springen een vrolijke man en een blij jong meisje de bus in.
Buiten staan er nog een stel te zwaaien en te joelen. We worden welkom geheten
en de vrolijke man, pastor Dave, dankt God dat hij ons hier gebracht heeft. Hij
leert ons ook ons eerst Creoolse woord, Poze. Dat betekend chill of relax.
Klaar voor de reis
Op weg naar Mission of Hope
De hekken rond het kamp met bewaking
Ons ontvangstcomité pastor Dave en Katelynn
31-05-15
De nacht was onrustig. We slapen met 9 vrouwen in een grote slaapzaal
met stapelbedden en die liggen niet echt comfortabel. Vooral door de plastic
hoes die om het matras zit. Er zijn twee plafondfans voor de hele slaapzaal en
er is bijna geen wind waardoor de nacht warm en zweterig is.
We krijgen een super Amerikaans ontbijt. Oatmeal, cerials met melk,
brood met peanutbutter en jelly en granola bars. Keuze genoeg in ieder geval!
Na het ontbijt gaan we naar de main campus. We moeten allemaal in een
rok tot over de knie, schouders en rug bedekt, dichte schoenen of sandalen en
de mannen een lange broek en dichte schoenen. Op de main campus krijgen we
eerst een rondleiding langs alle faciliteiten die ze daar hebben voordat we
naar de kerk gaan. Er is een weeshuis, een prostetics lab, een opslagloods met
heel veel eten en goederen, een school en beneden aangekomen een kerk, gebouwd
in de vorm van een kruis. We gaan naar binnen en er klinkt al muziek. Er staat
een groot kruis van pallets in het midden van het podium. Dan komt er een pastoor
met een microfoon en begint te zingen / schreeuwen. Het is een beetje
overweldigend allemaal. De gemeente valt al snel bij in gezang en gaande weg
wordt het drukker en raken er meer mensen in een soort van vervoering. Armen
gaan de lucht in, sommige mensen lijken wel in trance, anderen beginnen te huilen.
Alles is in het Creools, dus we kunnen het niet echt volgen, maar het is een
bijzondere ervaring. Na 2,5 uur stappen we de bus weer in en gaan we terug naar
ons kamp.
De slaapzaal
01.06.15
Vandaag de eerste dag van de mobile clinic. Een van de teamleden heeft voor iedereen
scrubs meegenomen, dus allemaal in vol ornaat aan het ontbijt. Eerst nog wat
pillen tellen en daarna in de grote witte truck naar de main campus. Hier worden de spullen en de rest van
ons team ingeladen. De pastoor van het dorp spreekt ons met behulp van een tolk
toe en bid voor ons. We gaan naar een klein schooltje in het dorpje
Leveque. In een van de lokalen is de triage. Daar werd al het
verpleegkundig personeel ingedeeld. Ze krijgen allemaal een tolk en moeten aan
de hand van een formulier duidelijk krijgen waar mensen voor komen. Veel tienermoeders en kindjes met wormen en
huiduitslag. Verder werd lengte, gewicht, bloeddruk en temperatuur opgemeten. Mensen
die van de triage komen moeten in de volgende rij wachten tot ze aan de beurt waren
voor de dokter en daarna moeten ze in de rij voor de apotheek. Om dit een
beetje in goede banen te leiden wijs ik de mensen waar ze heen moeten
en zorg ik op dat ze netjes op hun beurt wachten. Mensen moeten lang
wachten. Het is bloedheet, dus dit zorgt voor de nodige irritatie. Iedereen
vindt zichzelf het belangrijkst, wil vooraan in de rij of steekt een heel
verhaal af in het Creools waar ik geen hout van begrijp. Ik voel me een soort
politie agent.
Pillen tellen voor de kliniek
In de truck op weg naar de kliniek
De kliniek in Leveque
Triage
Johan's lab
Bij de arts
02.06.15
We mogen op het kamp het water niet drinken. Daar kan je erg ziek van
worden is ons verteld. Dat blijft zelfs na een paar dagen nog wennen. Je mag
het water niet eens gebruiken voor tandenpoetsen, dus je moet steeds je eigen
flesje water mee hebbben. Iets wat ik dus steeds vergeet.
Vandaag zitten we in een kerkje. Bij aankomst zitten er al mensen te
wachten.
Daniel, een jongen uit Amerika die op de andere campus verblijft, heeft
gisteren tijdens de debrief gehoord dat ik me niet echt nuttig had gevoeld en
had overduidelijk medelijden. Hij besluit mijn taak over te nemen en ik kan zijn
plek bij de apotheek innemen. Het kerkje is klein en alles is dicht op elkaar.
Er mogen daarom maar een beperkt aantal mensen naar binnen. Dat maakt Daniel
zijn taak nog saaier en al snel zie ik aan hem dat hij spijt heeft van zijn
lieve daad. Ik vermaak me wel goed in de apotheek. Ik help pillen tellen
en recepten vullen.
Na de lunch wil ik even naar de wc. Ik word langs achterliggende huizen geleid waar in een soort wijkje een centrale tent staat. Een vierkante blauwe tent met een gat in de grond waar een betonnen rand omheen gemetseld is. Deze wc-tent is voor het hele dorp. Ik geloof dat ik toch niet zo nodig hoef.
Na de lunch wil ik even naar de wc. Ik word langs achterliggende huizen geleid waar in een soort wijkje een centrale tent staat. Een vierkante blauwe tent met een gat in de grond waar een betonnen rand omheen gemetseld is. Deze wc-tent is voor het hele dorp. Ik geloof dat ik toch niet zo nodig hoef.
Terug in de kerk zie ik dat Daniel mijn plek weer heeft ingenomen in de
apotheek. Groot gelijk heeft hij. Ik loop wat rond om te zien of er nog meer te
doen is, maar al snel merk ik dat er nog meer mensen staan toe te kijken. We
zijn dus echt met een te groot team. Voorzichtig kaart ik dit aan bij de organisatie en die begrijpen direct wat ik bedoel. Ik geef aan
dat ik het ook wel leuk zou vinden om met het andere team mee te gaan de
dorpjes in. Kan ik die kant van het werk ook zien en hopelijk is daar meer voor
mij te doen.
Na het werk hebben we maar kort de tijd om ons in onze rok te hijsen en
te eten, omdat we weer naar main campus gaan voor een kerkdienst. Aan het
einde van de dienst komt er een meisje naast me zitten met vlechtjes en lacht
naar me. Ik ruik ineens een extreem doordringende soort urinegeur en vraag me af of deze
lucht van dit meisje af komt. Wendy vertelt me dat de geur van het haar van het
meisje af komt. De niet gewassen vlechtjes geven blijkbaar zo’n geur af. Wendy
heeft het in de kliniek meerdere keren geroken en raakt de lucht niet meer
kwijt.
In de bus terug ruiken we overal de geur van verbrand plastic.
Terug op het kamp gaan we naar ons vaste plekje aan de rand van het
kamp en pastor Dave komt er bij zitten. Hij wil ons plekje wel eens zien. Ik
vraag hem naar de geur van het verbrande plastic en hij geeft aan dat het
eigenlijk verbrand alles is. Mensen verbranden hier hun afval omdat er geen
vuilnisdienst is.
We krijgen bezoek van een vogelspin. Er zitten overal gaten in de grond
en Dave verteld dat daar vogelspinnen in zitten. Eentje komt er boven. Het is
niet zo’n hele grote, maar voor ons al een enorm beest! Hij zit de hele avond
netjes stil bij ons bankje. We noemen hem Jean Pierre.
Mensen staan al te wachten als we aankomen
De kliniek in de kerk van Leveque
Werken in de apotheek
Bloeddruk meten
De wc van Leveque
Avondeten
Onze nieuwe vriend Jean Piere
Ons vaste stekkie
03.06.15
Vandaag ga ik met de andere groep mee. Na het ontbijt vertrekken we in
een grote truck volgeladen met gereedschap. Aan de poort de man met de shotgun.
Inmiddels weten we dat het kamp dag en nacht bewaakt wordt door deze mannen.
Lieve mannen met een angstaanjagende shotgun. Mijn favoriet is Jean Baptiste. Een zeer donkere man met een bijna kinderlijk
ontwapenende glimlach. We gaan naar Ti Lagonov. Ti staat voor klein. Vlakbij
ligt het eiland Lagonov en Ti Lagonov is dus klein Lagonov. Een klein dorpje,
wat hoger gelegen. Onderweg halen we bij de village champion Kadesh de bomen op
die we gaan planten. De village champion is de contactpersoon tussen het dorp
en Mission of Hope. Hij kan goed inschatten wat er nodig is in de dorpen omdat
hij midden tussen de bevolking woont. Van Mission of Hope krijgt dit dorp 19 kleine bomen
die gedoneerd zijn door mensen en wij gaan deze planten samen met de bevolking.
Aangekomen bij de kerk worden we ontvangen door de pastoor. De kerk bestaat uit
gevlochten bladeren en dient door de week als schooltje. De pastoor heeft de
bomen onder de gezinnen verdeeld en in 2 groepen gaan wij met de mensen mee om
te helpen met planten van de bomen. De huisjes van de mensen bestaan uit wat
stenen, golfplaten, zeilen en gevlochten bladeren. Veel hebben ze niet, maar ze
zien er wel happy uit. De mensen kiezen zelf een plek uit waar de boom moet
komen te staan, met wat adviezen over schaduw, zon en regen van ons.
Na het eten gaan we naar Misaye waar 4 geiten op ons staan te wachten.
Onderweg pikken we nog even een solar lamp op die het dorp ook zal krijgen.
Aangekomen rennen de kindertjes op ons af. Bijna allemaal komen we met een
kindje in onze armen bij de kerk aan. Deze kerk is nog in aanbouw. Er staat
alleen een geraamte van hout met een zeiltje er over. De inwoners hebben zich
verzamelden er volgt een heuse ceremonie. De gezinnen die de geiten ontvangen
moeten een contract tekenen. Ze moeten goed voor de geiten zorgen en er mee
fokken. De eerste twee geboren geitjes moeten ze dan weer terug geven aan
Mission of Hope zodat deze naar een ander gezin kunnen gaan. De village
champion legt het allemaal uit. Dan wordt de lamp gegeven met uitleg. Daarna
spelen we wat met de kinderen van het dorp en vertrekken we naar een stuk
verderop aan de rivier. We gaan de river walk doen. We steken de rivier over.
Er staat flinke stroming, dus we moeten
goed oppassen. Er voegen zich meer kinderen bij ons. Hand in hand lopen we
langs de rivier. Bon joe! Goede dag! Bon swa! Goede middag / avond! Koman ou
ye? Hoe gaat het? Ki la gjoe? Hoe oud ben je? Zover kom ik in het Creools. Het
is een mooie wandeling en we eindigen weer in het dorpje waar we vandaan
kwamen.
Jean Baptiste onze bewaker
Huisje in Ti Lagonov
Bomen planten
Geiten weg geven
De river walk
04.06.14
Vandaag is het een nationale feestdag, dus we mogen niet werken en is
voor ons het programma omgegooid. We gaan naar het strand.
Het is een groot contrast van de armoede naar de rijkdom. We hebben
voor deze dag ook al onze vertalers van de kliniek uitgenodigd. In het begin
twijfelen we over of ze zich wel vermaken, maar al snel voegen ze zich bij ons
en hebben we leuke gesprekken met elkaar. Een aantal vertalers vertellen hun
verhaal. Kensley zag zijn vrouw bij hem weg gaan, verloor zijn 2 jarig
dochtertje door ziekte en verloor nog meer familieleden door de aardbeving.
Toch staat hij nog positief in het leven. Ze hebben allemaal trieste verhalen
maar hebben hun geloof in God wat hen op de been houdt. Op de weg terug rijden
we de armoede weer in en worden we allemaal steeds stiller.
De laatste dag breekt aan. Nog een dag in de kliniek werken. We
vertrekken naar een kerkje in Bercy, vlakbij ons kamp. Het is een grote ruimte
en het is er lekker licht. De rij begint te vormen. Het is bij de apotheek behoorlijk druk, dus ik ga daar helpen. Iemand komt op het idee om voor de
kinderen een handschoen op te blazen en dat is een groot succes. De ‘ballonnen’
vliegen door de kerk. De pastoor bedankt ons voor het helpen in zijn land en
voor de tijd en het geld dat we in dit project gestoken hebben.
Omdat we redelijk vroeg klaar zijn gaan we nog even mee naar de main
campus voor een rondleiding door de kliniek daar. Chris geeft ons een
rondleiding en we zijn onder de indruk van wat ze allemaal al hebben. Een
spoedeisende hulp, oog afdeling, tandheelkunde, een apotheek en een prostetics
lab.
06.06.15
Vandaag gaan we terug. Voordat wij vertrekken komen de volgende groepen
al aan. Zoveel mensen! Wat hebben wij dan een geluk gehad dat we maar met zo’n
klein clubje hier konden zijn deze week.
Als we in de bus stappen komt pastor Dave ons gedag zeggen. Zowel zij als wij hebben een bijzondere week gehad. Ze hebben bij deze organisatie meestal Amerikaanse vrijwilligers en voor hen moet het even wennen
geweest zijn aan deze groep Nederlanders en Arubanen. Wij moesten op onze beurt
weer wennen aan het over de top Amerikaanse van dit kamp. Maar we hebben veel
waardering gekregen voor de mensen en voor het werk wat ze doen.
We hebben deze week 540 mensen kunnen helpen in de kliniek en dat was
een bijzondere ervaring.
Het ontmoeten van de mensen in de dorpen was ook
heel mooi. Het zet alles weer even in een ander perspectief.
Uitzicht vanaf ons kamp
De grote broer van Jean Piere die wij toch iets minder leuk vonden
Ons verblijf
Prachtig Haiti bij zonsopgang
Heel erg bedankt voor alle donaties, steun en lieve woorden. We hebben een
paar dorpjes in Haiti, een land waar nog zo veel hulp nodig is, een klein stukje
verder kunnen helpen.
Dat is een mooi verhaal Nynke met indrukwekkende foto's.
BeantwoordenVerwijderenQuint
Hey Nynos, wat een geweldige ervaring moet dit voor je geweest zijn! Echt een prachtig verhaal. Dikke knuffel Joyce
BeantwoordenVerwijderenHoi Nynke,
BeantwoordenVerwijderenMooi om zo deze mensen te helpen!
groeten,
Dorine en Steph
Trots op je liefie!!
BeantwoordenVerwijderenHele verhaal van begin tot eind al eens gehoord maar toch bijzonder om het nu zo weer eens te lezen. Super tof dat je het gedaan hebt, toch stiekum wel een beetje jaloers!!
BeantwoordenVerwijderenKusje